Treinstation Gent-Sint-Pieters

Dit project voor een nieuw stationsgebouw kadert binnen de volledige vernieuwing van de gehele stationsomgeving met als doel de sterk toenemende reizigersstroom beter te ontvangen De nieuwe infrastructuur bestaat uit verschillende parallello-pende betonnen viaducten waarin één of twee sporen liggen. De lichtstraat die naburige spoorviaducten met elkaar verbindt, zorgt voor ruime perrons.

De ruimte onder de viaducten, gelegen op straatniveau is bes-temd voor handelszaken. Ondergronds liggen ruimt fietsenstal-lingen en technische lokalen.

Meerdere liften, trappen en roltrappen zorgen voor een royale verbinding tussen gelijkvloer en perrons om vlot grote stromen reizigers veilig te kunnen kanaliseren.

Gebogen betonnen prefabschalen worden zijdelings aan de bakbruggen vastgekoppeld. De kolommen bestaan uit stalen buisprofielen opgevuld met beton. Aan de binnenzijde van deze buiskolommen zorgen twee ingelast U-profielen voor ruimte voor de kabeldoorgang; zij werken mee aan de stabiliteit.

De stalen shed dakstructuur, gelegd op de viaducten, beschermt reizigers voor weersomstandigheden terwijl het veelvuldig gebruik van glas maximale lichtdoorval realiseert.

Aan de zijde richting Oostende komen de brugviaducten boven een nieuw te realiseren tramstation ; de tramsporen liggen er schuin ten opzichte van de treinsporen, hetgeen voor een schijnbaar willekeurige positionering van bovendien gehelde kolommen zorgt. De centrale stationszone herbergt het reizi-gerscentrum waarin een regelmatige schikking van kolommen gerealiseerd werd. Aan de zijde richting Brussel vervolgen de treinsporen verder op het bestaande grondmassief.

De complexiteit van de studies is gelinkt aan het groot aantal gebruikte beschoeiings- en funderingstechnieken, alsook aan de up-and-down bouwwerkwijze (stross). Deze laatste werd door het bureau Greisch voorgesteld om de bouwtermijnen van de ruwbouw te reduceren en het aantal buiten dienst gestelde sporen tot twee te beperken, en dit over de duurtijd van de werf.