Herbouw van 8 bruggen over het Albertkanaal

In het kader van de verbreding en opwaardering tot klasse Vb van het Albertkanaal met een doorvaarthoogte van 9,10 m worden tussen Luik en Antwerpen meeste bruggen ofwel opge-vijzeld ofwel vervangen. De vervanging van 8 bruggen zijn via een DBFM-contract toegewezen.

Zeven bruggen zijn boogbruggen met trekband (bowstring), met twee rijstroken en twee zijdelingse fiets- en voetpaden (of eco-passage) gescheiden met een betonnen geleideconstructie. De twee schuine stalen bogen, smelten bovenaan samen; de hangers gelegen in het vlak van de bogen zijn evenwijdig met een tussenafstand van 5 m. Het brugdek is samengesteld uit twee zijdelingse stalen kokerliggers 2,4 m hoog, stalen I-vormige dwarsdragers alle 3,7 m en een 24 cm dikke betonplaat.

De bruggen verschillen door:

• hun overspanning (5 bruggen van 123 m, 1 brug van 128 m en 1 brug van 174 m),
• hun breedte (15,60 m en 16,10 m tussen hoofdbalken).

Alle bowstringbruggen worden op een oever samengesteld en nadien via een ponton ter plaatse gebracht.

De achtste brug is een tuibrug-type, met twee rijstroken en twee zijdelingse fiets- en voetpaden. Hij heeft een overspanning van 123 m en een nuttige breedte van 15,60m. Het brugdek is samengesteld uit twee zijdelingse stalen kokerliggers 2,4 m hoog, stalen I-vormige dwarsdragers alle 3,7 m en een 25 cm dikke betonplaat. De uitzettingsvoeg ligt in de overspanning: de hoofdliggers worden gedragen door een trekker aan iedere zijde van de voeg, gebalanceerd door een achterste trekker verankerd in het landhoofd. De pylonen zijn schuin, in het verlengde van het landhoofd.