Het moderniseringsproject en de aanpassing van het sluiscomplex Ampsin-Neuville voor grote schepen is bekroond op de Belgian Construction Awards 2024. Het project sluit aan bij eerdere realisaties op de locaties van Lanaye en Ivoz-Ramet. Dankzij dit project is het laatste knelpunt voor grote schepen op de Maas, tussen Namen en Antwerpen, verdwenen, waardoor de aantrekkelijkheid van het Waalse waterwegennetwerk is versterkt.
Twee nieuwe sluizen, één van 225 x 12,5 m (Vb) en één van 225 x 25 m (VIb), werden gebouwd op de plaats van de bestaande sluizen van 55 x 7,5 m en 136 x 16 m. Dit gebeurde in verschillende fasen, zodat de scheepvaart continu kon doorgaan. Het hoogteverschil van de Maas op deze locatie bedraagt 4,70 m. Het project omvatte ook de aanpassing van de stroomopwaarts oevers aan de rechterkant om aan de nautische vereisten te voldoen, wat een omleiding van de nationale weg N90 over bijna 2 km noodzakelijk maakte.
Hoofdpunten van dit project
Geïntegreerd projectbeheer
Alle expertise van het ingenieursbureau Greisch werd ingezet. Van ontwerp tot coördinatie en uitvoering, het project vroeg om multidisciplinaire knowhow. De volledige studie van de elektromechanica werd uitgevoerd door Tractebel Engineering.
Veilige stroming van de rivier en continuïteit van de scheepvaart
Het werk werd in fasen uitgevoerd, rekening houdend met perioden van hoog- en laagwater. De inname van ruimte in de Maas was een belangrijke beperking die in de studie werd geïntegreerd.
De werken werden zorgvuldig georganiseerd om de doorvaart van schepen tijdens de volledige bouwperiode te garanderen, zonder onderbreking van de commerciële vaart.
Een iconische infrastructuur
De nieuwe fiets- en voetgangersbrug in cortenstaal, met een lengte van 620 meter, verbindt de gemeenten Hoei en Ampsin en overspant de N90. Op de rechteroever van de Maas overspant de loopbrug de dam en is versterkt om tijdelijke afdichtingen van de dam mogelijk te maken.
Positieve ecologische impact
Het project omvat de eerste vispassage van het type kunstmatige rivier. Deze constructie, de eerste in zijn soort in Wallonië, is 700 m lang en bevordert de aquatische biodiversiteit door een omgeving te creëren die geschikt is voor verschillende vissoorten. De passage bestaat uit verschillende zones (aanmeerplaatsen, funderingsplaten, broedplaatsen), met verschillende dieptes (van 30 cm tot 2 meter), verschillende stromingsintensiteiten (rustige zone, zone met snelle stroming) en verschillende samenstellingen (stenen, vegetatie, enz.). Hierdoor biedt de rivier rust-, broed- en opwaartse zones. De vispassage richt zich op zalmachtigen (herstel van de levenscyclus van de Atlantische zalm) en andere soorten zoals groote (barbeel, kopvoorn, …) en kleine (brasem, voorn, …). Sommige zones vormen ook ecologische omgevingen voor andere soorten zoals libellen en amfibieën. Stroomafwaarts werd de oever van de Maas verzacht en opnieuw beplant om de aquatische biodiversiteit te bevorderen, onder meer door ondiepe watergebieden te creëren.
Een ambitieus en samenwerkend project
Dit project toont onze capaciteit om complexe technische uitdagingen aan te gaan en tegelijkertijd rekening te houden met de milieu- en sociaaleconomische uitdagingen van de regio. Onze dank gaat uit naar onze partners en teams voor hun essentiële bijdrage aan dit succes.
Hoofdpartners:
- Opdrachtgever: SOFICO en SPW Direction des Voies hydrauliques de Liège
- Ingenieursbureaus: Greisch en Tractebel
- Controlebureau: Seco
- Architectenbureau: Canevas
- Aannemers: Duchêne Eiffage en Besix Unitec